Jacob Groenewoud tijdens de Tweede Wereldoorlog in Londen.

Jacob Groenewoud: de enige Nederlandse soldaat die sneuvelde tijdens de Slag om Arnhem

in Hoofdpersonen

Tijdens de Slag om Arnhem was één Nederlandse soldaat betrokken. Kapitein Jacob “Jaap” Groenewoud was als verbindingsofficier toegevoegd aan het hoofdkwartier van de 1st Parachute Brigade. Jacob Groenewoud sneuvelde op dinsdag 19 september in de buurt van het plantsoen bij de Rijnbrug dat inmiddels zijn naam draagt: het Jacob Groenewoudplantsoen.

Groenewoud was een a-typische soldaat. Groenewoud was een avonturier die hield van drank en vrouwen. Het was een kleine, fragiele man met slechte ogen. Hij droeg een bril met jampotglazen. Om die reden was hij in de jaren dertig afgewezen voor militaire dienst.

In 1938 was hij terechtgekomen in Zuid-Afrika, waar hij werkte als accountant. Toen de oorlog uitbrak, ging hij vanuit Zuid-Afrika naar Groot-Brittannië. Daar kwam hij terecht bij de Prinses Irene Brigade, waar hij meteen opviel door zijn intelligentie.

Jedburgh-team
Groenewoud werd aangewezen om een cursus tot reserve-officier te volgen. Na een tijdje te zijn ondergebracht bij het Britse 18th Welch Regiment, volgde Groenewoud begin 1944 een cursus om ‘Jedburgh-officier’ te worden. Als officier in een Jedburgh-team, genoemd naar een plaatsje in Schotland, zou Groenewoud bij militaire operaties verantwoordelijk zijn voor contacten met het verzet, sabotage-acties, het regelen van transportmiddelen en het verzamelen van inlichtingen.
Het was een rol die Groenewoud, een Amsterdamse ritselaar, op het lijf was geschreven.

Tijdens operatie Market Garden waren twee Jedburgh-teams actief. Rond Nijmegen was dat het team dat gegroepeerd was rond de Nederlandse luitenant Arie Bestebreurtje, die bij de 82nd American Airborne Division was ondergebracht.

Jacob Groenewoud gaf leiding aan het ‘Arnhemse’ Jedburgh-team, dat verder bestond uit de Amerikanen Harvey Todd en Carl Scott. Het drietal maakte onderdeel uit van het hoofdkwartier van de 1st Parachute Brigade.
Op zondag 17 september 1944 trokken de Britse soldaten van dit hoofdkwartier samen met het 2nd batallion van kolonel John Frost op in de richting van de Rijnbrug.

Direct na de landing had Groenewoud al bij de inwoners van Wolfheze een paar auto’s geritseld die de Britten konden gebruiken om voorraden in de richting van Arnhem te transporteren. Samen met Harvey Todd trok Groenewoud vervolgens op in de richting van Arnhem. Carl Scott, de derde persoon uit het Jedburgh-team, bleef achter om op zoek te gaan naar radio-apparatuur.

Aan het begin van de avond op zondag 17 september bevond Groenewoud zich in het Rijn Paviljoen aan de Onderlangs. Daar ontdekte Jacob Groenewoud Duitse documenten voor de vernietiging van de havens van Rotterdam en Amsterdam.
Mede door de ontdekking van Groenewoud hebben de geallieerden de vernietiging van de havens weten te voorkomen.

Rijnbrug
’s Avonds laat arriveerde Groenewoud samen met de rest van het hoofdkwartier van de 1st Parachute Brigade bij de Rijnbrug. De route langs de Rijn en de binnenstad van Arnhem waren op dat moment nog vrij van Duitse soldaten.

Groenewoud en Todd namen hun intrek op de zolder van het pand van Rijkswaterstaat aan de Eusebiusbuitensingel. Dit grote gebouw werd al verdedigd door de Support Company van het 2nd Parachute Battalion, maar er was nog voldoende ruimte.
Luitenant Todd installeerde zich als sluipschutter met zijn Springfield-geweer met telescoopvizier bij een dakraam. Groenewoud ging langs bij bewoners in de buurt en deed waar hij goed in was: ritselen.

In de ochtend van maandag 18 september probeerde een Duitse verkenningseenheid met behulp van pantserwagens onder leiding van Viktor Gräbner via de zuidkant van de Rijnbrug door de Britse linies heen te breken. De Duitse verkenningseenheid werd volledig vernietigd.

Groenewoud en Todd hadden vanuit hun hoge positie in het gebouw van Rijkswaterstaat goed zicht op de Duitse aanval op de brug. Bij hen was ook de Britse soldaat Eric Robinson. Hij schreef over de aanval:
“Samen met mij waren een Amerikaanse en een Nederlandse officier. Ze schoten als wild west cowboys. Tjonge, wat konden zij schieten!”
Harvey Todd claimde dat hij met zijn sluipschuttergeweer acht Duitsers had neergeschoten; de hoogste score van de dag.

Groenewoud sneuvelt
Nadat de Duitsers de ring om de Britse posities bij de Rijnbrug hadden gesloten, ging het er in de loop van maandag 18 september steeds slechter uitzien voor de Britten bij de brug. Verschillende aanvallen, waaronder aanvallen met tanks en de eerder genoemde doorbraak vanuit de zuidkant, waren afgeslagen. Maar de Duitse aanvallen leken steeds heviger te worden. Het aantal gewonden steeg snel.

Jacob Groenewoud had intussen op verschillende manieren geprobeerd om contact te leggen met het Elisabeth Gasthuis in een poging om medische verbandmiddelen en ambulances te krijgen.

In de ochtend van dinsdag 19 september hoorde Groenewoud van een van de bewoners dat er twee straten verderop een huisarts woonde die telefoon had. Groenewoud besloot om samen met Todd een poging te wagen om het huis van de huisarts te bereiken om van daar uit het ziekenhuis te bellen.

Harvey Todd: “We waren ongeveer halverwege en stonden tegen de muur van een gebouw, klaar om de weg over te sprinten, toen een Duitse sluipschutter op kapitein Groenewoud vuurde. De kogel trof hem in zijn voorhoofd, en kwam er aan de achterkant weer uit. Hij was op slag dood.”

Plantsoen
Jacob Groenewoud werd na de oorlog tussen zijn gesneuvelde strijdmakkers begraven op de Airborne begraafplaats in Oosterbeek. Op zijn grafsteen wordt 18 september 1944 vermeld als zijn sterfdatum, maar hoogstwaarschijnlijk is dit niet correct.

De Arnhemmer Piet van Leeuwen heeft zich jarenlang ingespannen om een strook gras op hoek van de Oranjewachtstraat en de Rijnkade om te dopen tot Jacob Groenewoudplantsoen. In 1994 werd dit tijdens de 50-jarige herdenking van de Slag om Arnhem inderdaad gerealiseerd.
Het verhaal van Jacob Groenewoud wordt inmiddels ook verteld in het informatiecentrum ‘Airborne at the Bridge’, naast het Jacob Groenewoudplantsoen op de Rijnkade.

Jacob Groenewoud is na de oorlog onderscheiden met de Militaire Willemsorde; de hoogste militaire onderscheiding in ons land.

Martin Groenewoud schreef onder de titel ‘Almost Home’ een paar jaar geleden een boek over het leven van Jacob Groenewoud.

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten