Een gestrande trein op het beschadigde station van Arnhem in 1945. De trein stond daar al vanaf zondag 17 september 1944; het begin van operatie Market Garden.

De hongerwinter: een indirect gevolg van operatie Market Garden

in Algemeen/Arnhem

Vanaf het begin van operatie Market Garden op 17 september 1944 staakten de Nederlandse Spoorwegen. De spoorwegstaking van 1944 was bedoeld om het vervoer van Duitse troepen en materieel te hinderen.

Na het mislukken van operatie Market Garden leidde de spoorwegstaking echter mede tot de hongerwinter in het westen van Nederland. Door de staking kwam het vervoer van voedsel en brandstof naar het westen van Nederland voor het grootste deel stil te liggen.

De oproep aan de Nederlandse Spoorwegen om te gaan staken werd in de avond van zondag 17 september 1944, vlak na de geallieerde luchtlandingen, openbaar gemaakt. Via de Europese nieuwsdienst van de BBC werd de volgende oproep uit naam van de Nederlandse regering in ballingschap uitgezonden:

“Naar aanleiding van een uit Nederland ontvangen vraag en na overleg met het Opperbevel, mede in verband met acties die heden in Nederland zijn aangevangen, acht de regering thans het ogenblik aangebroken, de instructie te geven tot een algemene staking van het spoorwegpersoneel, teneinde het vijandelijk vervoer en troepenconcentraties zo veel mogelijk te beletten.”

Opperbevel
Achteraf is komen vast te staan dat de Nederlandse regering in Londen pas een paar uur voor de radio-uitzending op de hoogte werd gebracht van de aankondiging. De oproep was afkomstig van het geallieerde opperbevel.

Aan de stakingsoproep werd massaal gehoor gegeven en de treindienst in Nederland kwam overal stil te liggen.
Volgens oorlogshistoricus Loe de Jong valt de stakingsbereidheid onder het NS-personeel toe te schrijven aan de verwachting van de Nederlandse bevolking dat Market Garden het einde van de bezetting inluidde. Het personeel leek slechts enkele dagen, of op z’n hoogst enkele weken, te hoeven onderduiken.

Wat bij veel treinpersoneel waarschijnlijk ook meespeelde, was dat het treinvervoer inmiddels levensgevaarlijk was geworden. Geallieerde vliegtuigen namen treinen in Nederland regelmatig onder vuur. In augustus 1944 waren er onder het treinpersoneel in totaal al meer dan 50 doden en ongeveer 200 gewonden gevallen.

Geen voedsel en brandstof
De Duitse bezetter waarschuwde meteen na het begin van de staking al dat de spoorwegstaking ertoe zou leiden dat er voedsel- en brandstoftekorten zouden ontstaan.

“Met volle medewerking van de Duitsche bezettings-autoriteiten waren Nederlandsche instanties erin geslaagd de bevolking voor den ergsten honger te bewaren”, schreef het NSB-blad Volk en Vaderland na het begin van de spoorwegstaking.

“Wanneer dit in de komende dagen in toenemende mate niet meer het geval zal zijn, is dit alleen en uitsluitend de schuld van de Nederlandsche emigrantenregeering in Londen, die tot de even zinlooze als ontijdige spoorwegstaking het sein gaf.”

Binnen twee weken na het begin van de spoorwegstaking had Duits personeel de taken van het NS-personeel overgenomen. Maar de Duitsers gebruikten treinen in Nederland uitsluitend voor vervoer waar ze zelf baat bij hadden. Het vervoer van voedsel en brandstof werd voor een deel overgenomen door de binnenvaart.

Doordat de rivieren en het IJsselmeer eind december 1944 dichtvroren, werd het westen van Nederland bijna volledig afgesneden van de bevoorrading van voedsel en brandstof.
De hongersnood in het westen van Nederland werd door maatregelen van de Duitse bezetter nog verergert. De Duitse Wehrmachtbefehlshaber Friedrich Christiansen verbood het vervoer van voedseltransporten naar het westen in een poging om de spoorwegstaking te breken.

1000 calorieën
Als gevolg van het stoppen van de voedseltransporten naar het westen van Nederland, raakten de voedselvoorraden al snel uitgeput. Ongeveer 4,5 miljoen mensen werden getroffen door het voedseltekort.

Via gaarkeukens kon de bevolking één keer per dag terecht bij gaarkeukens, waar waterige soep beschikbaar was. In november 1944 bedroeg het gemiddelde dagelijkse rantsoen in Amsterdam minder dan 1.000 calorieën. In februari 1945 was dit gedaald tot minder dan 600 calorieën.

Veel mensen ontvluchtten de steden en gingen langs bij boeren om in ruil voor goud en sieraden extra eten te krijgen. Veel boeren waren behulpzaam en gaven onderdak aan de hongerige mensen die bij hen langs kwamen. Andere boeren vroegen uit winstbejag veel te hoge prijzen voor het voedsel.

Aan de hongerwinter kwam pas een definitief einde met de bevrijding van Nederland in mei 1945. In een poging iets aan de hongersnood te doen werd in februari 1945 Zweeds wittebrood uitgedeeld, dat door het internationale Rode Kruis was geregeld. Eind april 1945 hadden geallieerde vliegtuigen voedseltransporten gedropt.

Tijdens de hongerwinter kwamen naar schatting ongeveer 20.000 mensen door honger en kou om het leven.

Steenkool
Overigens is het mislukken van operatie Market Garden niet de enige reden waardoor de hongerwinter in het westen van Nederland ontstond.

Als gevolg van de bevrijding van het zuiden van Nederland door de geallieerden, kon de steenkool uit de mijnen van Limburg niet meer gebruikt worden in het bezette Nederland. De Nederlandse treinen, hoofdzakelijk stoomtreinen, waren in hoge mate afhankelijk van deze steenkool.

Waarschijnlijk was de voedselvoorziening in het westen van Nederland daardoor ook zonder spoorwegstaking in de problemen gekomen. Duidelijk is echter ook dat die problemen beslist minder groot waren geweest.

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten