Twee Britse Daimler Scout Cars van dit type waren de eerste geallieerden voertuigen die op vrijdag 22 september de zuidkant van de Rijn wisten te bereiken.

Noodkreet van Urquhart aan XXX Corps: “Onze divisie bestaat niet meer”

in Oosterbeek

In de ochtend van vrijdag 22 september besefte generaal Urquhart dat zijn troepen het niet lang meer zouden volhouden tegen de immense Duitse druk op de stellingen in de perimeter in Oosterbeek.

In de plannen van operatie Market Garden zou de 1e Britse Airborne Divisie na 48 uur in Arnhem ontzet worden door de grondtroepen die vanuit het zouden oprukken. Inmiddels was Market Garden al vijf dagen aan de gang en zaten de grondtroepen nog vast bij Lent aan de noordoever van de Waal.

Drie dagen langer dan de bedoeling was hadden de Britten het nu al uitgehouden, terwijl de Duitsers met tanks, artillerie en een overmacht aan soldaten de Britse stellingen bestookten. Van de bijna 12.0000 soldaten van de 1e Britse Airborne Divisie waren op dat moment nog een kleine 4.000 soldaten in staat om te vechten. De rest was gesneuveld, gewond geraakt of door de Duitsers gevangen genomen.

Volgens Urquhart had de legerleiding van de grondtroepen geen flauw benul hoe ernstig de situatie in Oosterbeek in werkelijkheid was. Om die reden stuurde Urquhart die ochtend zijn chef-staf, Charles Mackenzie over de Rijn naar het zuiden om een noodkreet door te geven aan XXX Corps.

Mackenzie moest de hachelijke situatie in Oosterbeek duidelijk maken en uitvinden waar de ontzettingsmacht zich bevond om de Britten te hulp te komen. Daarnaast kreeg Mackenzie van Urquhart de opdracht mee om, het liefst in persoon, aan generaal Boy Browning dezelfde boodschap door te geven. Browning was de baas van Urquhart en eindverantwoordelijk voor de Britse en Poolse troepen in Arnhem en omgeving.

Urquhart tegen Mackenzie: “Het is nodig dat ze één ding begrijpen: onze divisie bestaat niet meer. We zijn alleen nog een aantal individuen die zich staande houden. Leg ze uit dat we een afgrijselijk tekort hebben aan personeel, munitie, voedsel en medische voorraden. Verder hebben we amfibievoertuigen nodig om de Polen naar deze kant te krijgen. Als de voorraden vannacht niet aankomen, kan het al te laat zijn.”

Mackenzie en een genie-officier peddelden in een rubberbootje over de Rijn naar het zuiden. De twee Britten hadden gehoopt dat de septembermist ervoor zou zorgen dat de Duitsers hen niet konden zien, maar tijdens de oversteek werd er door een Duitse mitrailleur op hen geschoten. Desondanks bereikten de twee Britten ongedeerd de zuidoever.

Daar werden ze opgewacht door een Pool en een Britse verbindingsofficier die met de Polen was afgesprongen. Ze hadden fietsen meegebracht voor de Britten zodat de vier soldaten even later op de fiets naar het Poolse hoofdkwartier reden.

De Polen hadden die ochtend net contact gemaakt met twee pantserwagens van een verkenningseenheid van de grondtroepen. Via Oosterhout was de verkenningseenheid die ochtend langs de Duitse posities bij Oosterhout geslopen.

Via de radio’s in een van de pantserwagens lukte het Mackenzie vervolgens om de boodschap van Urquhart door te geven aan de chef-staf van XXX Corps. Die antwoordde dat alles zou worden gedaan om het absoluut nodige aan te voeren.

Nu het door de komst van de geallieerde verkenningseenheid leek dat de grondtroepen het gebied tussen Nijmegen en de Polen bij Driel snel van Duitse troepen gezuiverd zouden hebben, bleef Mackenzie bij de Polen. Zodra het mogelijk was zou Mackenzie naar het hoofdkwartier van generaal Browning in Nijmegen gaan om persoonlijk de boodschap van Urquhart over te brengen.

Door de gebrekkige radioverbindingen met de Britten in Oosterbeek, had generaal Browning een slecht beeld van de situatie in Oosterbeek. Het was vijf dagen na het begin van operatie Market Garden voor iedereen duidelijk dat de operatie niet verliep zoals gehoopt was.

De bevelhebber van de 52e Lowland Airborne Divisie had zichzelf om die reden aangeboden bij generaal Browning om een complete eenheid zweefvliegtuigen te sturen om de Britten in Oosterbeek bij te staan.

Browning antwoordde: “Bedankt voor uw bericht, maar aanbod niet, herhaal: niet, nodig omdat de situatie beter is dan u denkt. We willen de landingen graag uitvoeren zoals al gepland met daarin Polen. Van plan u zodra de situatie het toestaat naar vliegveld Deelen te vliegen.”

In de oorspronkelijke plannen zou, nadat Arnhem ontzet was door de grondtroepen, vliegveld Deelen ten noorden van Arnhem bezet worden.

Het is bizar dat Browning als eindverantwoordelijke voor de Airborne Divisie in Oosterbeek geen flauw benul leek te hebben van de werkelijke situatie van zijn troepen.

Ondertussen schoot het ook op vrijdag 22 september niet echt op met de opmars van de grondtroepen van XXX Corps. Pas aan het eind van de middag werd door meer geallieerde eenheden contact gemaakt met de Polen bij Driel.

Urquhart in zijn autobiografie: “En zo bleven we alleen, zonder iets te weten over de teleurstellende berichten ten zuiden van de rivier. We hielden nog steeds stand om die absoluut noodzakelijke bruggenhoofd open te houden voor Monty’s aanvalsstoot door de Noord-Duitse vlakte. De 1e Airborne Divisie moest het duur betalen.”

Lees hier meer over de avonturen die luitenant-kolonel Charles Mackenzie op zaterdag 23 september meemaakte toen hij naar Nijmegen ging voor een onderhoud met generaal Boy Browning.

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten