John Frost (rechts) praat tijdens de terugtocht van de Bruneval Raid aan boord van de HMS Prince Albert met luitenant kolonel Johnny Goschen. (Foto: Imperial War Museum.)

John Frost: het gezicht van de Slag om Arnhem

in Hoofdpersonen

Luitenant-kolonel John Frost is hét gezicht van de Slag om Arnhem. Frost gaf tijdens de slag leiding aan het 2e Bataljon van de 1e Parachute Brigade. Van zondag 17 september tot en met woensdag 20 september hielden de paratroopers van dit bataljon de noordelijke oprit van de Rijnbrug bezet, voor zij gedwongen waren de strijd te staken.

John Frost, geboren in 1912, was een beroepsmilitair die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was gelegerd in Irak. In 1940 keerde Frost terug naar Groot-Brittannië, waar hij de opleiding van de Special Air Service volgde. In 1941 meldde Frost zich aan bij de British Airborne Division die zojuist door generaal Boy Browning was opgericht.

Terwijl Frost samen met de eerste paratroopers zijn training nog volgde, klopte de Britse legerleiding aan bij generaal Browning. Ze hadden honderd parachutisten nodig voor een gewaagde aanval aan de Franse kust.

Bruneval
Britse verkenningsvliegtuigen hadden een Duitse Würzburg-radarinstallatie zien staan bij het Franse dorpje Bruneval in Normandië, vlakbij de kust. Omdat de Britten graag wilden weten hoe ver de Duitsers waren met de ontwikkeling van radar, had de legerleiding bedacht dat Britse parachutisten via een luchtlanding de radarinstallatie buit moesten maken, inclusief een Duitse operateur.

Vanaf het strand zouden de Britse soldaten vervolgens worden opgepikt door snelle motorboten voor de reis naar Engeland.

Browning had net een eerste bataljon gereed met parachutisten die hun training hadden afgerond, maar die wilde hij het liefst niet inzetten voor de operatie. Hij koos daarom voor een compagnie uit het tweede bataljon, die bestond uit groentjes die net aan hun training begonnen waren.

Deze compagnie werd geleid door ene John Frost, die zelf ook net aan zijn training tot parachutist begonnen was. De compagnie van Frost, toen nog met de rang van majoor, oefende twee maanden lang samen met de RAF en de Royal Navy.

De operatie was een groot succes. Terwijl de meeste Britten ongeveer 200 Duitse soldaten op afstand hielden, demonteerden een paar soldaten de radarinstallatie. De operateur van de radar was krijgsgevangen gemaakt. Met slechts twee doden en zes gewonden keerden de Britten terug naar Engeland.

Frost werd als commandant van de eenheid uitgebreid bejubeld in de Britse pers. Frost werd zelfs uitgenodigd bij Winston Churchill om over de operatie te vertellen.

Arnhem
Na zijn avontuur in Bruneval vocht Frost ook in Tunesië en maakte hij deel uit van de Britse troepen die landden op Sicilië. Frost kreeg hier promotie naar de rang van luitenant-kolonel.

Medio 1944 was de 1e Britse Luchtlandings Divisie op volle sterkte. Tot teleurstelling van de divisie werden ze niet ingezet tijdens de landingen op D-Day in Normandië. Ook in de maanden erna werd het ene na het andere plan om de divisie in te zetten teruggetrokken. Maar in september 1944 was het dan zo ver: via Operatie Market Garden zou een snelle route naar het hart van Duitsland worden veroverd.

Generaal Roy Urquhart, die verantwoordelijk was voor het uitwerken van het Arnhemse deel van de operatie, koos voor het bataljon van Frost om de drie oeververbindingen over de Rijn veilig te stellen.

Naast de Rijnbrug in het centrum van Arnhem, kreeg Frost ook opdracht om de spoorbrug bij Oosterbeek en de oude schipsbrug aan de Rijnkade veilig te stellen.

Urquhart koos voor Frost vanwege de ervaring die Frost had. Bovendien stond Frost bekend als een doordouwer die alles op alles zette om zijn doel te bereiken. Frost was dus de juiste man om de bruggen te veroveren.

Het bataljon van Frost was een van de drie bataljons die direct na de luchtlanding bij Wolfheze optrok in de richting van Arnhem. Het 1e Bataljon onder leiding van kolonel Dobie en het 3e Bataljon onder leiding van kolonel Fitch werden bij hun opmars naar Arnhem tegengehouden door Duitse troepen bij de Utrechtseweg en de Amsterdamseweg.

De vooraf vastgestelde route van Frost voerde echter langs de Rijn en Frost kwam in zijn opmars langs de Rijn slechts weinig Duitse troepen tegen. Maar Frost slaagde slechts ten dele in de opdracht die hij had meegekregen. De spoorbrug bij Oosterbeek werd door de Duitsers opgeblazen terwijl de eerste Britten over de brug naar de zuidkant renden en de schipsbrug was door de Duitsers naar de zuidoever gevaren.

Ook in het veroveren van de Rijnbrug slaagde Frost maar ten dele. Omdat de Duitsers vanaf de zuidkant de brug fel verdedigden, wist Frost met zijn bataljon alleen de noordkant in handen te krijgen.

Rondom de brug creëerde Frost een verdedigende stelling en wachtte hij op de Britse grondtroepen die binnen 48 uur vanuit het zuiden zouden komen. Het liep anders. De opmars van de grondtroepen verliep veel trager dan gepland en de rest van de Britse luchtlandingstroepen wisten niet verder te komen dan het Elisabeth Gasthuis voor zij werden teruggedrongen tot Oosterbeek.

Ondanks een verbeten strijd van drie dagen moesten Frost en zijn mannen in de avond van 20 september de strijd bij de brug staken. Al die tijd hadden ze Duitse aanvallen met tanks en Sturmgeschütze weerstaan, maar op woensdagavond 20 september moesten ze de strijd staken.

Frost zelf was die middag gewond geraakt aan zijn been. Samen met een van zijn commandanten stond hij buiten te overleggen toen er dichtbij een mortierbom ontplofte. Aanvankelijk verbeet Frost de pijn terwijl hij leiding bleef geven aan de verdediging, maar die avond gaf hij het bevel over aan majoor Freddie Gough. De Britten hielden op dat moment nog slechts enkele huizen in de buurt van de brug bezet.

Nadat de strijd bij de brug tot een eind was gekomen, werd Frost samen met de andere Britse gewonden overgebracht naar het Elisabeth Gasthuis. Voor John Frost was de Tweede Wereldoorlog afgelopen.

“De Duitse SS-ers waren erg beleefd en complimenteus over de gevechten”, aldus Frost. “Maar de bitterheid dat we de strijd hadden moesten staken was er niet minder om.”

Krijgsgevangen
Voordat de Duitsers hem krijgsgevangen maakten, had John Frost de insignes van zijn uniform getrokken. Frost hoopte dat hij op die manier niet herkenbaar was als de officier die leiding had gegeven aan de Britse troepen bij de brug. Maar de Duitsers ontdekten al snel daarna dat John Frost kolonel was.

Na een kort verblijf in het Elisabeth Gasthuis werd Frost uiteindelijk getransporteerd naar Spangenburg, een krijgsgevangenkamp voor officieren. Frost maakte hier plannen om te ontsnappen, maar die werden gedwarsboomd doordat de wond aan zijn been weer open ging.

Voor medische behandeling werd Frost hierna ondergebracht in een ziekenhuis voor krijgsgevangenen in Obermansfeldt. Het was hier dat Frost in maart 1945 werd bevrijd door de Amerikaanse troepen van generaal Patton.

Frost was erg onder de indruk van de goed geoliede machine die het leger van generaal Patton was. Frost, nog altijd in het bezit van zijn rode baret, was daardoor herkenbaar voor de Amerikanen als ‘Arnhem-veteraan’. In zijn autobiografie A drop too many beschrijft Frost hoe hij met de soldaten van Patton meermalen eenzelfde soort gesprek had.

Frost: “Alle rangen van dit leger zeiden hetzelfde als ze mijn rode baret zagen. “Arnhem he?” Wij zouden er doorheen gebroken zijn om jullie te bereiken. Yes, sir. Wij zouden jullie bereikt hebben.”

Na de oorlog
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog bleef John Frost actief in het Britse leger. Hij was onder andere stafofficier bij de Gurkha divisie, en voerde het bevel over Britse troepen op Malta en in Libië.

In 1977 ontstonden plannen om de Rijnbrug in Arnhem te vernoemen naar John Frost. Frost zelf vond het teveel eer, zeker ook omdat de Britten de Slag om Arnhem had verloren. Maar hij liet zich overtuigen door zijn oude strijdmakker Freddie Gough.

In 1979 nam Frost op 67-jarige leeftijd ontslag uit het leger en werd hij veeboer op het platteland in Engeland. John Frost overleed op 21 mei 1993 op tachtigjarige leeftijd.

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten