Impressie van Operatie Pegasus: Majoor Tony Hibbert en generaal Lathbury worden verwelkomd door soldaten van de 101st Airborne Division.

Operatie Pegasus: de geslaagde ontsnapping van 130 gestrande Britse soldaten

in Na de slag

Nadat de Britten zich in de nacht van 25 op 26 september hadden teruggetrokken over de Rijn, waren er nog altijd veel paratroopers en vliegtuigbemanningen achtergebleven aan de noordkant van de rivier. Via een gewaagde ontsnapping wisten 130 soldaten een maand later alsnog terug te keren in de geallieerde linies.

De ontsnapping, onder de naam Operatie Pegasus, geldt als een van de meest succesvolle ontsnappingen uit de Tweede Wereldoorlog. Pegasus werd een succes dankzij de moed en inzet van het verzet door Nederlandse burgers.

Het verloop van Operatie Pegasus is het makkelijkste te vertellen aan de hand van het verhaal van luitenant-kolonel David Dobie. Dobie was tijdens de gevechten de bevelhebber van het 1e bataljon van de 1e Luchtlandingsbrigade. Zijn bataljon was tijdens gevechten rond het Elisabeth Gasthuis gedecimeerd en Dobie zelf was tijdens de gevechten gewond geraakt aan zijn arm.

Dobie werd opgenomen in het Elisabeth Gasthuis, maar hij ontsnapte en liep dwars door vijandelijk gebied naar de landingsgebieden bij Wolfheze. Daar ontdekte hij dat de Britten zich inmiddels teruggetrokken hadden.

Zwervend over de Ginkelse Heide werd Dobie gevonden door Elisabeth Spiers, die lid was van het verzet. Zij bracht Dobie in contact met ‘Tonny’. Tonny was de schuilnaam van Menno de Nooy, een van de leiders van het verzet in Ede.

Menno de Nooy vertelde Dobie dat hij niet de enige Britse paratrooper was die zat ondergedoken in Ede en omgeving. Verspreid over de omgeving zaten meer dan honderd Britse soldaten ondergedoken. Daaronder waren een paar hoge militairen, zoals generaal Lathbury; Dobies directe bevelhebber en majoor Tatham-Warter, die bij de Rijnbrug gevochten had.

Dobie schreef na de oorlog: “Het is bijna onvoorstelbaar, maar tijdens de korte tijd dat hij was ondergedoken, had majoor Tatham-Warter in samenwerking met het verzet een operatie opgezet die tot doel had om zoveel Britten over te zetten naar de geallieerde linies.”

Nederlands verzet
Het verzet in Ede was uitermate goed georganiseerd. Tot verbazing van Dobie had het verzet zelfs telefonisch contact met de geallieerden in Nijmegen via een telefoonlijn naar bezet gebied die ze hadden weten open te houden.

Het geallieerde grondleger aan de zuidkant van de Rijn was via deze telefoonlijn door het verzet op de hoogte gebracht van het plan om ruim honderd gestrande soldaten over te zetten. Maar voor het maken van afspraken met de geallieerde grondtroepen, werd het verstandiger gevonden als iemand over de rivier werd overgezet om met het hoofdkwartier van het geallieerde grondleger de hele ontsnappingsoperatie door te nemen.

Kolonel Dobie was degene die met behulp van een paar verzetsmensen in de nacht van 17 oktober de oversteek maakte.
Dobie: “In een stalen roeiboot staken we over. De stevige P. roeide met machtige slagen. Aan de overkant namen we afscheid en ik zei vaarwel tegen de prachtige mensen die hun leven voor ons in de waagschaal stelden.”

Met een jeep werd Dobie naar het hoofdkwartier van generaal Horrocks gebracht, die aan het hoofd stond van het geallieerde grondleger. Samen met Horrocks en zijn staf werd het oorspronkelijke plan uitgewerkt. Via de telefoon werd majoor Tatham-Warter van de plannen op de hoogte gesteld.

De Britten aan de noordkant zouden aan de noordkant van de rivier Britse genietroepen ontmoeten en eenheden van de Amerikaanse 101st Airborne Division die in de Betuwe gelegerd was.

Oversteek
In de nacht van 22 op 23 oktober was het zover. Vanuit hun onderduikadressen werden 130 soldaten en acht Nederlandse burgers samengebracht bij het ontmoetingspunt. Het ontmoetingspunt lag 500 meter van een Duitse stelling met machinegeweren.

Dobie: “Majoor Tony Hibbert kwam samen met 20 man bij het ontmoetingspunt aan in een vrachtwagen. Hij was onderweg een peloton Duitse soldaten op de fiets tegengekomen die met hun fietsbel belden en schreeuwden dat ze aan de kant moesten gaan.”

Vanaf negen uur ’s avonds liepen de Britten in groepjes behoedzaam naar de rivier. Rond middernacht was iedereen aanwezig op het afgesproken punt op de noordoever. Met lichtsignalen werd een teken gegeven aan de zuidoever.

Meteen werd een grote groep boten vanaf de zuidelijke oever naar de overkant gevaren. Aan boord van de boten waren Amerikaanse soldaten van Easy Company van het 506e infanterie regiment van de 101st Airborne Division. Over de soldaten van Easy Company gaat de bekende TV-serie Band of Brothers.

De soldaten van Easy Company legden een verdedigende perimeter aan op de noordoever voor het geval de Duitsers onraad roken. Maar met uitzondering van een kort vuurgevecht waarbij geen slachtoffers vielen, lieten de Duitsers zich niet zien.

Majoor Taham-Warter zei later dat hij vermoedde dat de Duitsers wel doorhadden dat er iets aan de hand was, maar dat ze te bang waren om in het donker de confrontatie aan te gaan.

In negentig minuten tijd werden alle Britten en de soldaten van Easy Company overgezet naar de zuidoever. Aan de zuidoever werden de Britten naar een boerderij gebracht, waar ze te eten en te drinken kregen. Daarna werden ze met vrachtwagens naar Nijmegen vervoerd waar kolonel Dobie een feest met champagne had georganiseerd.

Operatie Pegasus was gelukt.

Voor zijn rol in Operatie Pegasus werd kolonel David Dobie na de oorlog onderscheiden met de Militaire Willemsorde.

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten