Het Drielse Veer in 1943. (Foto: Spaarnestad Archief)

Het Drielse Veer speelde een doorslaggevende rol

in Oosterbeek

As is verbrande turf, maar áls de Britten voor operatie Market Garden op de hoogte waren geweest van het voetveer tussen Driel en Oosterbeek, had het verloop van de Slag om Arnhem er wellicht heel anders uit gezien.

De 1st Airborne Division die op zondag 17 september 1944 landde bij Arnhem had de opdracht om vier oerververbindingen veilig te stellen: de spoorbrug bij Oosterbeek, de schipsbrug aan de Rijnkade, de Rijnbrug en de brug over de Ijssel bij Westervoort.

De Britten wisten niet dat er bij Oosterbeek nog een verbinding over de rivier was. Het voetveer tussen Driel en Oosterbeek werd door de plannenmakers gemist.

Veerman Peter Hensen en de Poolse generaal Stanislav Sosabowski in 1949 op het Drielse Veer.

Na de dropping werd het veer ontdekt door de Britse troepen die de perimeter verdedigden op en rond de Westerbouwing. Generaal Urquhart heeft er tot aan de landing van de Polen nooit iets mee gedaan. Na de Slag om Arnhem heeft Urquhart veel kritiek gekregen omdat hij het belang van de Westerbouwing en het voetveer lang heeft onderschat.

Maar op donderdag 21 september wilde Urquhart het voetveer gebruiken om de Poolse parachutistenbrigade over te zetten van Driel naar Oosterbeek en in ieder geval één verbinding over de Rijn veilig te stellen.

Ook dit onderdeel van de Slag om Arnhem liep echter heel anders dan gepland.

Poolse brigade
De Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade zou aanvankelijk op dinsdag 19 september gedropt worden. Niet bij Driel, maar bij Elden. Daar zouden de Polen het zuidelijke deel van de Britse ring rond Arnhem verdedigen.

Na de landingen op zondag 17 september werd al snel duidelijk dat operatie Market Garden niet liep zoals gepland. De Britten werden teruggedreven tot een duimvormige zone ten westen van Arnhem, terwijl 750 para’s onder leiding van John Frost moedig de noordelijke kant van de Rijnbrug bezet hielden.

Voor de Polen werd daarom een nieuw landingsgebied vastgesteld bij Wolfheze. De geplande drop van de Poolse para’s werd op dinsdag 19 september echter uitgesteld. Het weer in Engeland was te slecht om de vliegtuigen te laten opstijgen. Ook op woensdag kon er door het slechte weer niet gevlogen worden.

De dropzone bij Wolfheze was inmiddels door de Duitsers veroverd. Generaal Urquhart stelde daarom voor om de Polen te laten landen bij Driel. Een gedeelte van de Poolse brigade kon dan de zuidelijke Rijnoever verdedigen, terwijl het grootste deel van de Polen via het voetveer van Driel naar de Westerbouwing overgezet kon worden om de Britse linies te versterken.

Oprukkende geallieerde grondtroepen zouden dit bruggehoofd in de dagen die volgden vervolgens versterken en de Duitsers terug kunnen drijven. Operatie Market Garden was nog niet verloren.

Verzetsdaad
Ondanks slecht weer, steeg op donderdag 21 september de Poolse parachutistenbrigade op vanuit Engeland. Omdat het weer verder verslechterde, gaf de luchtverkeersleiding de vliegtuigen echter al snel na vertrek de opdracht om weer terug te keren.

Mede door het slechte weer kwam die oproep niet goed door. Van de 114 vliegtuigen die onderweg waren naar Driel, keerden er 41 terug naar het vliegveld. De overige 73 vliegtuigen vlogen door.

Hierdoor landden er donderdag 21 september rond 17.00 uur bij Driel geen 1.500 Poolse parachutisten zoals de bedoeling was, maar slechts 1.000. De overige 500 Polen werden uiteindelijk pas op zaterdag 23 september gedropt, ver weg uit de buurt van Arnhem bij Grave in Noord-Brabant.

Direct na de landing zette de Poolse generaal Stanislav Sosabowski een verdedigingsstelling op en werden aanwezige Duitse soldaten in het gebied gevangen genomen. Een groep Polen werd naar de aanlegsteiger van het voetveer gestuurd om met lichtsignalen contact te maken met de Britten aan de noordkant.

Tot hun verbazing werd er onmiddellijk op hen geschoten. Door een felle Duitse aanval vlak voor de Poolse luchtlanding, waren de Britse troepen verdreven van de Westerbouwing. De Duitsers hadden de noordelijke aanlegsteiger van het Drielse Veer stevig in handen.

De pont zelf was in geen velden of wegen te bekennen. Veerman Peter Hensen had de kabels gekapt na de Duitse aanval. Hij wilde op die manier voorkomen dat de gierpont in Duitse handen kwam. De pont was met de stroom weggedreven.

Het was een daad van verzet geweest, maar Hensen kon niet weten dat zijn Drielse Veer een essentiële schakel vormde in de strijd.

Omdat het voetveer was weggedreven, werd een geplande Britse tegenaanval om de Westerbouwing te heroveren door Urquhart afgelast. De Polen moesten een andere manier bedenken om aan de noordkant te komen.

Was het iets anders gelopen, dan is het maar de vraag hoe de Slag om Arnhem zich had ontwikkeld. Met een bruikbaar voetveer hadden 800 Polen de Britse linies versterkt en waren er waarschijnlijk in de dagen erna vele duizenden geallieerde troepen gevolgd.

Maar de werkelijkheid was dat er geen veerverbinding was en de Polen moesten improviseren.

Geen vaarmanschap
De Polen werden inmiddels ondersteund door de eerste geallieerde grondtroepen die vanuit Nijmegen en Elst optrokken naar de Rijn. Op vrijdag 23 september brachten die troepen een aantal bootjes mee om de Polen over te zetten. Dat ging in het donker, zonder ervaring, op een sterk stromende rivier, zonder het goede materieel, niet zonder problemen.

De Britse luitenant-kolonel Myers zei daarover na de oorlog met enige understatement:

    “Ik heb geen kritiek op hun inzet. Ze deden wat ze konden. Zo’n overtocht was ook niet voorzien en niemand beschikte over de juiste boten. Maar hoe minder er over hun vaarmanschap gezegd wordt, hoe beter.”

Uiteindelijk lukte het 200 Polen om de Britse linies te bereiken. Die vormden een welkome versterking voor de Britse para’s die bijna bezweken onder de Duitse druk op de perimeter.

Wat nu?
Een dag later werd bij Valburg door het Britse opperbevel een vergadering gehouden met de vraag: wat nu?

Generaal Sosabowski pleitte ervoor om tussen Driel en Oosterbeek een massale oversteek te wagen met een divisie, die gedekt door tanks en artillerie vanaf de zuidoever het bruggehoofd bij Oosterbeek kon versterken en uitbouwen.

Net als de Britten waren ook de Duitsers al een week aan het vechten. Als de Britten aan het eind van hun latijn waren, dan de Duitsers ook.

De genie zou vervolgens de opritten van het Drielse Veer kunnen gebruiken om een noodbrug over de rivier aan te leggen, waarna de grondtroepen, inclusief tanks de Rijn konden oversteken.

De Britse generaal Browning zag niet zoveel in het plan van Sosabowski. Hij vond het te riskant. Er werd vijf kilometer ten westen van de strijd in Oosterbeek nog een halfslachtige oversteek gewaagd met een paar honderd man om de Rijn over te steken. Nadat dat op een fiasco was uitgelopen werd besloten op dinsdag 26 september de Britten terug te trekken. En dat was het dan.

De Slag om Arnhem was verloren.

Post Scriptum:
Verschillende Duitse militairen, waaronder generaal Wilhelm Bittrich hebben na de oorlog verklaard dat ze verbijsterd waren dat de Engelsen het er bij lieten zitten, terwijl ze hun doel bijna bereikt hadden.

Tegen hun geallieerde ondervragers zeiden ze na de oorlog dat als zij het waren geweest die in de schoenen van de Engelsen stonden, ze net zoals de Poolse generaal Sosabowski al voorstelde via een grote aanval bij de Westerbouwing de Britten in Oosterbeek hadden ontzet en het bruggenhoofd ten noorden van de Rijn hadden uitgebouwd…