Dit was het aanvalsplan van de 1st Parachute Brigade

in Arnhem/Luchtlandingen

Meer dan 12.000 Britse en Poolse luchtlandingstroepen die als doel hadden om op één dag de Rijnbrug bij Arnhem te veroveren. Dat is zo’n beetje het beeld dat veel mensen hebben over het doel van de Britse luchtlandingen bij Arnhem op 17 september 1944.

Dat beeld klopt niet.

Doordat er onvoldoende vliegtuigen beschikbaar waren, landden er op zondag 17 september 1944 slechts 5.300 van de 12.000 geallieerde soldaten ten westen van Wolfheze. De rest van de luchtlandingstroepen zou op maandag en dinsdag arriveren.

Omdat het in verband met de landingen op 18 en 19 september vanzelfsprekend noodzakelijk was dat de landingszones in Britse handen waren, moest na de landingen van 17 september een groot gedeelte van de troepen achterblijven om de landingszones te beschermen.

Alleen de First Parachute Brigade onder leiding van generaal Lathbury was beschikbaar om op te trekken naar Arnhem. De rest van de Britse troepen was die eerste dag nodig om de landingszones te verdedigen tegen eventuele Duitse aanvallen.

Generaal Lathbury had ongeveer 2.700 soldaten tot zijn beschikking voor de aanval op Arnhem. Volgens de plannenmakers in Engeland moest dat ruim voldoende zijn. Arnhem werd volgens hen verdedigd door “kinderen en oude mannen”. Op veel Duitse tegenstand werd niet gerekend.

Het aanvalsplan
De 1st Parachute Brigade bestond uit drie bataljons en was voor de gelegenheid aangevuld met de verkenners van de 1st Airborne Reconnaissance Squadron. De verkenners uit dit squadron hadden de opdracht om meteen na de landing in jeeps naar de Rijnbrug te racen om deze veilig te stellen voor de Duitsers de brug op zouden kunnen blazen.
Meer over de mislukte aanval van de 1st Parachutist Brigade lees je hier.

De drie bataljons hadden ieder een eigen route en een eigen taak bij het veroveren van Arnhem. Lathbury had daarvoor gekozen om op die manier zo snel mogelijk naar Arnhem op te kunnen rukken.

Door via meerdere wegen op te rukken hoopte Lathbury vertraging door Duitse tegenstand of andere oorzaken te voorkomen.

1st Battalion
Het 1st Battalion onder leiding van luitenant-kolonel David Dobie kreeg de opdracht om op te trekken via de ‘Leopard-route’. Dit was de noordelijke route via de Amsterdamseweg. Het eerste bataljon kreeg de taak om een verdedigende positie in te nemen aan de noordkant van Arnhem, om hier eventuele Duitse aanvallen af te slaan.

Indien de druk van de Duitse aanvallen te hoog werd, zouden de Britten zich langzaam terugtrekken in de richting van het centrum, was het idee. Het liep heel anders. Het eerste bataljon kwam niet eens in de buurt van Arnhem.

Meer over het verloop van de strijd van het 1st Battalion op de eerste dag van de Slag om Arnhem vind je hier.

3rd Batallion
De route van het 3rd Battalion, de ‘Tiger-route’, liep via de Utrechtseweg. De troepen onder leiding van luitenant-kolonel John Fitch zouden via de binnenstad van Arnhem ten oosten van Arnhem en ten noorden van de verkeersbrug een verdedigende stelling op moeten werpen.

Het derde bataljon van de Parachutisten Brigade liep vast op een verdedigingslinie die de Duitsers hadden opgeworpen aan de westkant van Arnhem. Meer over de problemen die het 3rd Batallion tegenkwam op zondag 17 september lees je hier.

2nd Battalion
Het 2nd Battalion onder leiding van kolonel John Frost kreeg de taak om via de meest zuidelijke route, de ‘Lion-route’ op te trekken naar Arnhem. Het tweede bataljon had als taak om drie bruggen over de Rijn te veroveren.

Eerst moest de spoorbrug bij Oosterbeek veroverd worden. Een deel van het tweede bataljon zou vervolgens via de zuidkant van de Rijn oprukken naar de volgende brug op het rijtje: de schipbrug in de Arnhemse binnenstad. Samen met het bataljon dat via de noordelijke oever van de rivier oprukte moest uiteindelijk het 1st Reconnaissance squadron versterkt worden die dan de Rijnbrug al veroverd zou hebben.

De spoorbrug werd opgeblazen, de schipbrug werd door de Duitsers weg gevaren, maar de mannen van Frost slaagden er wel in de noordelijke kant van de Rijnbrug te veroveren. Meer over de strijd die het 2nd Battalion de eerste dag van Market Garden voerde lees je op deze pagina.

Brigade HQ
De zuidelijke route was ook de weg die door het hoofdkwartier van de 1st Parchute Brigade gevolgd zou worden. De troepen van het hoofdkwartier zouden achter de soldaten van John Frosts tweede bataljon aankomen. Ook het hoofdkwartier had als doel om ten noorden van de brug een positie in te nemen.

Naast het hoofdkwartier van de brigade zou ook het 1st Parachute Squadron, het hoofdkwartier van de anti-tank kanonnen en de militaire politie met het hoofdkwartier mee trekken in de richting van de Arnhemse binnenstad.

De medici van de 16e Parachute Field Ambulance zouden bij Elisabeth Gasthuis aan de Utrechtseweg achterblijven.

Dat was het aanvalsplan. Volgens een bekende stelling overleeft geen enkel militair plan contact met de vijand. Market Garden is bij uitstek het bewijs van die stelling.

De grootste zwakte van het plan van Lathbury was dat de bataljons te zwak waren om de relatief lichte tegenstand van de Duitsers te kunnen overwinnen. Omdat er geen reservetroepen voorhanden waren om de bataljons te versterken, was die tegenstand in de eerste uren voldoende om te voorkomen dat twee van de drie bataljons hun doel wisten te bereiken.

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten