Geallieerde troepen steken de IJssel over bij Arnhem.

De bevrijding van Arnhem, deel 3: de tweede Slag om Arnhem

in Arnhem/bevrijding

ARNHEM – Het is een vergeten onderdeel van de geschiedenis van onze stad: de bevrijding van Arnhem. In een serie van vijf artikelen wordt het verhaal verteld van de bevrijding van Arnhem. Hierodner deel 3: de tweede Slag om Arnhem.

Je staat er waarschijnlijk niet bij stil als je vanaf de Sacharovbrug in de richting van knooppunt Velperbroek rijdt, maar het was hier dat Canadese troepen van de 49th Division in de nacht van 12 op 13 april 1945 over de IJssel trokken om vanaf deze plek Arnhem te bevrijden.

De actie had door de legerleiding ‘Operation Anger’ meegekregen. Die naam was een aanpassing van het eerdere plan ‘Operation Quick Anger’. Nadat het gebied ten zuiden van de Rijn op 3 april door de Candezen veroverd was, wilden de geallieerden zo snel mogelijk het voetveer bij de Westerbouwing gebruiken om Arnhem binnen te vallen.

Vanwege het voetveer liep de weg hier door tot aan het water, en dat was ideaal voor de amfibievoertuigen van de Canadezen. De Duitse legerleiding had dezelfde conclusie getrokken en had hier het grootste deel van haar verdediging geconcentreerd.

De Canadese generaal Charles Foulkes, die inmiddels het commando had gekregen over de troepen bij Arnhem, besloot het daarom anders aan te pakken. Tussen Westervoort en de Enka-fabriek ten oosten van Arnhem, lag ook een voetveer met een weg tot aan het water.

Dan maar daar.

Ter voorbereiding van de aanval over de IJssel maakte een Britse verkenningsvliegtuig op 8 april 1945 onderstaande foto.

De foto is genomen van oost naar west. Westervoort ligt niet zichtbaar onderaan de foto. Bovenaan de foto zie je de industrie op de Westervoortsedijk. De Enka-fabriek kennen we tegenwoordig als Industrie Park Kleefse Waard.

Niet zichtbaar op de foto is aan de rechterkant Fort Westervoort, naast de brug over de IJssel. De brug was door de Duitsers opgeblazen, maar het fort werd bemand door Duitse troepen.

De pijltjes op de foto geven in grote lijnen aan hoe de aanval van de Canadezen zou verlopen: eerst over de IJssel, en dan via de fabriek optrekken naar de stad Arnhem.

Omdat onduidelijk was hoeveel Duitsers er in Arnhem waren om de stad te verdedigen, kozen de Canadezen voor een hele voorzichtige aanpak. Er werd besloten tot een aanval in twee delen.

Eerst moest aan de overkant van de IJssel een stevig bruggenhoofd gevestigd worden. Pas als het grootste gedeelte van de troepen en tanks aan de overkant was, zo’n 10.000 man, zou verder worden opgerukt in de richting van de stad.

Artilleriebombardement
De aanval werd vooraf gegaan door een massaal artilleriebombardement op de stad. Het was een van de zwaarste artillerie-barrages die de Canadezen tijdens de Tweede Wereldoorlog uitvoerden.

Omdat de stad geëvacueerd was, hoefden de Canadezen geen rekening te houden met de burgerbevolking. Iedere dode die viel, zou een soldaat zijn. En dus leefden de Canadezen zich uit.

Eén enkele Canadese batterij van acht kanonnen kon in tien minuten tijd meer dan 600 granaten op de stad afvuren. Het Canadese artilleriebombardement op de stad duurde meer dan twee uur. Bovendien werden ook vliegtuigen gebruikt om de aanwezige Duitsers in de stad te bestoken.

De schade als gevolg van het artilleriebombardement in de stad was immens. Die schade kwam bovenop het bombardement van de Rijnbrug na de Slag om Arnhem in oktober 1944.

Na een paar momenten van uitstel omdat er onvoldoende ‘Buffaloes’ bij Westervoort waren aangekomen, begon de aanval op Arnhem op 12 april 1945 om 19.40 uur. Bij Oosterbeek.

Hier was een kleine Canadese troepenmacht aan de zuidoever van de Rijn samengetrokken voor een afleidingsaanval die tot doel had de Duitsers op het verkeerde been te zetten. Vanaf de zuidoever werd met tanks en kanonnen geschoten op de Duitse posities.

Uit de vuurkracht van de terugschietende Duitsers bleek dat zij inderdaad op deze plek de aanval op Arnhem verwacht hadden.

Oversteek
Rond 23.15 uur maakten bij Westervoort de eerste Canadese ‘Buffaloes’ de oversteek over de IJssel.

De eerste geallieerde troepen rukten meteen op naar Fort Westervoort om de Duitse tegenstand daar uit te schakelen. Het fort was die dag door Britse vliegtuigen al gebombardeerd en veel tegenstand was er niet. Rond 00.50 uur hadden de Britten het fort in handen.

Om de oversteek zo vlot mogelijk te laten verlopen, hadden de geallieerden een leuke verrassing bedacht. In de dagen voor de aanval op Arnhem, was bij Doornenburg al een baileybrug in elkaar gezet.

Nadat Fort Westervoort veroverd was en er ongeveer 2.000 Britten met de Buffaloes waren overgevaren, werd in de vroege ochtend van 13 april de Baileybrug bij Westervoort op z’n plek gevaren en konden meteen grote aantallen tanks en pantserwagens de rivier over om de infanterie te ondersteunen.

Oprukkende Britse stoottroepen hadden in de tussentijd ontdekt dat de Enka-fabriek zwaarder verdedigd werd, dan was voorzien.

De fabriek werd hoofdzakelijk verdedigd door troepen van SS-divisie Landstorm: Nederlandse vrijwilligers in dienst van de SS. De Nederlandse SS-ers hadden niets te verliezen. Hun vooruitzichten na de oorlog waren niet best en om die reden vochten ze verbeten.

De Nederlandse SS-ers behoorden tot de laatste Duitse troepen in Europa die aan het eind van de oorlog de wapens neerlegden. Hoewel de oorlog in Nederland op 6 mei 1945 eindigde, gaven de SS-ers zich pas op 10 mei over. En zelfs toen gebeurde dat niet vrijwillig. Pas na een vuurgevecht met verzetsmensen en binnenlandse strijdkrachten gaven de SS-ers zich over.

Op 13 april 1945 hadden de Nederlandse SS-ers de Enkafabriek stevig in handen. De fabriek was provisorisch omgevormd tot een fort.

Ondanks de inzet van tanks duurde het tot het eind van de dag voor de Polar Bears de fabriek volledig in handen hadden. De Nederlandse SS-ers trokken zich terug naar het centrum van de stad.

De grootste Duitse tegenstand leek met het veroveren van de Enka-fabriek gebroken, maar van snel oprukken naar het centrum van de stad was nog geen sprake.

Het puin en de ruïnes waren ideale plekken voor sluipschutters. In totaal vielen er bij de ‘Tweede Slag om Arnhem’ bijna 200 Canadese en Britse slachtoffers: 62 doden en 134 gewonden. De meeste van die slachtoffers vielen door sluipschutters.

Aan het eind van 13 april 1945 stonden de Britten aan de rand van Arnhem. De volgende dag zou de stad dan eindelijk worden ingenomen.

De bevrijding van Arnhem:
Deel 1: Na de Slag om Arnhem
Deel 2: De bevrijding van Arnhem Zuid
Deel 3: De 2e Slag om Arnhem
Deel 4: Bevrijding van een verwoeste stad
Deel 5: Terugkeer in een levenloze stad

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten