Een Brits verkenningsvliegtuig van de RAF maakte op maandagmiddag 18 september 1944 deze foto van de Rijnbrug. Op de brug zijn de restanten van de vernietigde colonne pantservoertuigen goed te zien.

Maandag 18 september: Frost staat er bij de brug alleen voor

in Arnhem

De vroege ochtend van maandag 18 september. Dat was het laatste moment dat het rustig was voor de Britten bij de Rijnbrug. Maar vanaf half tien ’s ochtends werd er vrijwel ononderbroken gevochten bij de brug.

Doordat de Britse legeronderdelen via de radio’s geen contact met elkaar konden onderhouden, wisten de para’s bij de Rijnbrug lange tijd niet hoe de strijd verliep. Dat er veel meer Duitsers in Arnhem aanwezig waren dan de Britse legerleiding hen had voorgehouden was het 2e Bataljon inmiddels al wel duidelijk.

Om iets meer inzicht in de situatie te krijgen, stuurde kolonel John Frost op maandagochtend 18 september een verkenningspatrouille onder leiding van kapitein Killick door de Weerdjesstraat naar het westen om te zien of er contact gelegd kon worden met andere Britse legeronderdelen.

De verkenningspatrouille keerde terug met teleurstellend nieuws: Britse troepen waren niet te zien, maar vanuit het westen van Arnhem klonk het vuur van hevige gevechten.

Kort daarop klonk vanaf de zuidkant van de Rijnbrug het geluid van pantservoertuigen. Even heerste bij de Britten de hoop dat dit de eerste geallieerde grondtroepen waren die vanaf het zuiden oprukten. Het bleek echter de 9e SS-Aufklärung-Abteilung onder leiding van Viktor Gräbner te zijn. De 22 pantservoertuigen uit dit Duits SS-bataljon werden door de troepen van Frost vernietigd toen ze de Rijnbrug overkwamen.

Blitztransporte
Vrijwel direct erna vormde zich om de Britse perimeter bij de brug een ring van Duitse troepen. Die troepen bestonden hoofdzakelijk uit SS-soldaten van de 9e Pantser Divisie. De troepen waren aangevuld met de eerste tanks die de Duitse legerleiding via zogeheten blitztransporte die nacht naar Arnhem had gestuurd.

Omdat de Duitsers de exacte sterkte van de troepen bij de brug niet kenden, en ook niet precies wisten welke gebouwen door de Britten bezet werden gehouden, hadden de eerste aanvallen van de Duitsers vooral een oriënterend karakter.

De Duitsers onderschatten nog altijd de mogelijkheden van de Britse para’s om het op te nemen tegen tanks. Een Mark III tank en een Mark IV tank drongen via de Marktstraat ten oosten van de brug door tot onder de oprit naar de Rijnbrug. Daar werden de tanks onder vuur genomen door een antitankkanon. Luitenant Arvian Llewelyn-Jones beschrijft wat er vervolgens gebeurde:

“De benen van de affuit stonden niet tegen een stoeprand of tegen een ander stevig steunpunt. Het kanon werd gericht, er werd het bevel gegeven om te vuren en toen schoot het kanon door de terugslag minstens vijftig meter naar achteren.”

De Duitse tank waar op geschoten was werd geraakt, maar de tank was verder onbeschadigd. Uiteindelijk zouden de beide tanks die bij de aanval vernietigd worden. Een tank werd vernietigd door een antitankkanon. De andere tank werd waarschijnlijk buiten gevecht gesteld door een PIAT-geweer; de Engelse variant op de Panzerfaust.

De Duitse aanvallen op de brug concentreerden zich die dag op de oostelijke kant van de Britse perimeter. Twee gebouwen aan de oostelijke rand van de Britse sector moesten door de Britten worden prijsgegeven. Verder kwamen de Duitsers niet.

Handgranaten
In het donker vond nog een incident plaats dat heel wat Duitsers het leven kostte. Een Duitse legereenheid had zich in het donker kennelijk vergist in haar positie. De soldaten verzamelden zich zachtjes pratend naast een huis dat door de Britten werd bezet. De verbaasde Britten handelden meteen.

Soldaat Len Wright geeft in het boek ‘Arnhem’ van Martin Middlebrook verslag:
“We stonden klaar met handgranaten. We hadden er genoeg. Daarop schreeuwde majoor Lewis ‘Vuur!’ en iedereen in de kamers aan die kant gooide handgranaten door het raam en opende het vuur op de Duitsers onder ons. Het duurde ongeveer een kwartier. Toen het licht werd, zagen we dat er heel wat lichamen lagen, zeker achttien of twintig.”

De Duitsers hadden die dag zware verliezen geleden. In totaal werden die dag drie tanks, plus vrijwel de gehele colonne die vanaf het zuiden over de brug was gekomen door de Britten vernietigd. Alle Duitse aanvallen waren door de Britten afgeslagen.

De verliezen aan Britse zijde bij de brug op maandag 18 september zijn niet exact bekend, maar de beste schatting is dat er die dag bij de brug tien Britten sneuvelden en dertig soldaten gewond raakten.

Dinsdag 19 september zou voor de Britten bij de brug aanzienlijk zwaarder worden…

Tip!

Ga naar Boven

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten